maandag 12 mei 2008

Mozarts Così fan tutte uit 2005 te Aix-en-Provence — Pinkstermaandagavond vanaf 22:30 uur te zien via Arte

Eenmalige uitzending
Op maandag 12 mei 's avonds om 22:30 uur, begint op Arte-televisie de uitzending van Mozarts opera Così fan tutte (o sia scuola degli amanti) — "Zo doen ze het allemaal of de school der liefhebbers", die tot 01:30 uur in de nacht op dinsdag 13 mei zal eindigen. Het betreft een opname uit 2005 van Arte France, gerealiseerd tijdens het Ros-Ribas Festival van Aix-en-Provence. Regisseur van de toen spraakmakende versie is Patrice Chéreau; de film werd gerealiseerd door Stephane Metge. De decors werden ontworpen door Richard Peduzzi; de kostuums stammen uit het brein van Moidele Bickel. De instrumentale begeleiding wordt verzorgd door het Mahler Chamber Orchestra onder leiding van Daniel Harding.
Dit stuk muziektheater over de vleselijke lusten van de mens, welke bij tijd en wijle groteske vormen kunnen aannemen, komt in een gesublimeerde versie van Patrice Chéreau voor het voetlicht in deze film die is voorzien van stereofonisch geluid. De uitzending zal worden gerealiseerd op het formaal 16:9. Arte laat weten dat het om een eenmalige voorstelling op de televisie gaat. Helaas hebben de verantwoordelijken verzuimd de namen van de belangrijkste vocale solisten te noemen. Alleen de naam van één bariton, Stéphane Degout wordt vermeld. Hij zal dan wel in de huid van Don Alfonso zijn gekropen. Er wordt in het Italiaans gezongen; de film is Duits ondertiteld.

Thema: menselijke trouw
Deze opera van Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791), op een libretto van Lorenzo da Ponte (1749-1838), heeft als rode draad de menselijke trouw van en aan man en vrouw. De première werd op 26 januari 1790 — een dag vóór Mozarts vóórlaatste verjaardag — in Wenen gegeven. Heel wat klinkende namen uit de wereld van de operazangers uit die dagen stonden op de rol, zoals die van Dorothea Bussani (1763-1810) en echtgenoot Francesco (1743-1807), Louise Villeneuve en Vincenzo Calvesi. In het jaar daarop werd de eerste voorstelling in het Duits gegeven te Frankfurt am Main. Tussen dat jaar en 1941 zijn er zeker acht verschillende Duitse vertalingen gerealiseerd.
Het verhaal speelt zich af in Napels, 'ergens' in de achttiende eeuw. Twee officieren, Ferrando (tenorpartij) en Guglielmo (bariton) raken in een strijdgesprek verwikkeld met Don Alfonso (eveneens bariton) over de vraag of hun geliefden, Fiordiligi (sopraanpartij) en Dorabella (mezzosopraan) hun trouw zullen blijven gedurende hun afwezigheid. Don Alfonso waagt dit te betwijfelen en spint een intrige, daarbij geholpen door de dienster Despina (ook een sopraanpartij).
De beide heren worden vervogens voor het oog van Napels' volk in de oorlog gestuurd en komen later als oriëntaalse edellieden vermomd terug om in die hoedanigheid de dames het hof te maken. Zelfs voor een gefingeerde zelfmoord deinzen zij niet terug, als ze hun doel koste wat kost willen bereiken. Het moet er dan toch maar van komen: de huwelijksinzegening zal worden voltrokken, waarbij de dienster Despina als notaris zal optreden. Maar voordat de handtekeningen wordengezet, klinkt het signaal dat de terugkeer van de (zogenaamde) soldaten aankondigt. Zo wordt voorkomen dat het maatschappelijk-anarchistische element van de Vrije Liefde zijn loop krijgt.
Gedurende de negentiende eeuw had dit muziekdrama eigenlijk de status van miskend meesterwerk, waaraan een moraliserende tekst moest worden toegevoegd. Pas in de loop van de twintigste eeuw is door toedoen van tal van dirigenten Così fan tutte aan de vergetelheid ontrukt, en heeft men — en ook het publiek — langzaam maar zeker het grootse ervan ontdekt. Daarvoor verdienen niet alleen Gustav Mahler (1860-1911) en Richard Strauss (1864-1949), maar eveneens Karl Böhm (1894-1981) en Clemens Krauss (1893-1954) het posthuum nog dat wij onze hoed diep voor hen afnemen.
____________
Afbeeldingen
1. Dirigent Daniel Harding. (© Foto: Simon Fowler.)
2. Tekstdichter Lorenzo da Ponte.
3. Zo zag de scène met de quasi-oriëntaalse edellieden er in de versie van Götz Friedrich door de Hamburgische Staatsoper in het jublileumjaar 1977 van dat instituut (350-jarig bestaan) eruit, in een symboliserende symmetrie van het Bühnenbild (en de kostuums) van Toni Büsinger. Aldo Ceccato dirigeerde het Philharmonische Staatsorchester, en gezongen werd er door de dames Jeanette Scovotti, Hanna Schwarz, Sylvia Sass, en de heren Bernd Weikl en Rüdiger Wohlers — toen allen lid van het Hamburgse ensemble. (© Foto: Gert von Bassewitz, Hamburg; beschikbaar gesteld door de Hamburgische Staatsoper.)

Geen opmerkingen: