maandag 11 februari 2008

Na Micha Hamels Sneeuwwitje gaat Massenets Assepoester van Opera Zuid op tournee

Voorbereidingen
In de tijd dat de medewerkers van de Nationale Reisopera het land door toerden, en dat tot en met komende dinsdagavond laat ook nog zullen doen, met het nieuwe stuk muziektheater van Micha Hamel — Snow White —, waren bij de collega's van Opera Zuid in Maastricht de repetities en andere voorbereidingen voor de première, op vrijdag 15 februari te Maastricht, voor een andere sprookjesopera uit 1899, Cendrillon oftewel Assepoester van de Franse componist Jules Massenet (1842-1912), druk gaande.

Sprookjes populair
Dat sprookjes op het moment goed 'in de markt' liggen, blijkt niet alleen uit het feit dat de twee Nederlandse reizende muziektheatergezelschappen direct na elkaar met een opera komen, die is gebaseerd op een sprookje. In het Groninger Museum wordt reeds enige maanden — tot 6 april aanstaande — een tentoonstelling gehouden van Russische sprookjes in de schilderkunst van die contreien, en het in Groningen gevestigde Noord-Nederlands orkest heeft de afgelopen tien dagen zes keer het sprookjesachtige symfonisch gedicht Kikimora uit 1909 van de Rus Anatol Ljadov gespeeld, die uit een niet voltooide opera in hetzelfde jaar ook nog een tweede symfonisch gedicht heeft gedestilleerd: Het Betoverde Meer. En ook al wordt er steeds minder aan kinderen voorgelezen, sprookjes blijven bij de jongsten onder ons populair, en ik mag toch zeer hopen dat dit tot en met de alleroudsten eveneens het geval zal zijn.

Moeder de Gans
Assepoester is een meer dan drie eeuwen bestaand sprookje uit de verzameling Ma mère l'Oye van Charles Perrault (1628-1703), die daarmee in 1683 de grondlegger van het nieuwe literaire genre was: le conte de fées — het sprookje. Voordat de librettist van Jules Massenet zich met de tekst van Cendrillon zondanig had beziggehouden dat er voor een componist een werkbare basis zou ontstaan, had Giacchino Rossini (1792-1868) zijn La Cenerentola in 1817 al op de planken gebracht. Omstreeks de tijd van Massenet waren er ook anderen, die op dezelfde grondslag een stuk voor de bühne hebben gerealiseerd, zoals de Duitse Italiaan Ermanno Wolf-Ferrari (1876-1948) in 1900, en Leo Blech (1871-1958) in 1905.
Het libretto dat Henri Cain (1857-1937) [1] uiteindelijk heeft afgeleverd, is een omzetting van het oorspronkelijke verhaal Cendrillon ou la petite pantoufle de vair uit de bovengenoemde Perrault-verzameling.
Aangezien Assepoester een zo bekend verhaal vanaf de jongste jaren van zoveel kinderen in de westerse wereld was, zien we maar af van de uitleg omtrent de handeling van het gebeuren op de planken. Daarbij mag echter niet onvermeld blijven dat de librettist op één punt van het origineel is afgeweken, door de toevoeging van één scène: de ontmoeting van Assepoester met de prins in het bos.

Omissie in veel handboeken
De meeste geraadpleegde handboeken, gidsen en andere naslagwerken met betrekking tot het fenomeen opera laten eensgezind verstek gaan als het om Massenets Cendrillon gaat. De componist wordt in elk van die boeken genoemd, sommige van zijn werken worden summier of uitvoerig beschreven, en het grootste aantal werken die hij voor het muziektheater heeft geschreven en in de ogen van de samenstellers van dergelijke werken genade hebben kunnen vinden, was negen — van de in totaal veertig opera's, inclusief onvoltooide, die Jules Massenet op zijn naam heeft gebracht —, de, en dan nog slechts als opsomming. In de meeste gevallen moet men er ook van tevoren van uitgaan dat niet elk werk altijd en overal zal zijn gedocumenteerd, maar een Operabijbel, die zichzelf als Complete apostrofeert — zoals Kobbe van de Eearl of Herford — mag deze omissie niet vertonen.
Uitzondering op dit bijna consequente negeren vormt de al eerder postief opgevallen paperback-editie van de Dictionnaire chronologique (de 1597 à nos jours), verschenen in de reeks Livre de Poche, als een vertaling uit het Italiaans. De auteur van het artikel over Cendrillon in dat werk is echter geenszins onverdeeld positief over het gebodene. Zwaartepunt van de kritiek is gericht tegen de nadrukkelijke poging van de componist om de sfeer van de zeer succesvolle Duitse opera Hänsel und Gretel uit 1893 van Engelbert Humperdinck (1854-1921) op te roepen.

Tournee door Opera Zuid
In totaal zal Opera Zuid tien keer Cendrillon opvoeren. Twee keer in de vestigingsplaats Maastricht, éénmaal te Heerlen, dan in drie steden van Noord-Braband, en daarnaast nog in Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Groningen. Een overzicht van alle medewerkenden en de speeldata kunt u vinden door hier te klikken. Het zal niemand verbazen dat het gros van de voorstellingen in de twee meest zuidelijke provincies van ons land zullen worden gegeven. Nomen est omen zullen we hier maar huldigen. Dat echter de meest noordelijke, grotere schouwburg ook in de tournee is opgenomen, betekent alleen maar een aanwinst voor het gebied benoorden Utrecht.
__________
[1] De Franse tekstdichter Henri Cain was opgegroeid in een beeldhouwersgezin; hij werkte aanvankelijk als schilder en tekenaar, maar hij hanteerde eveneens de letterpen. Voor Jules Massenet schreef hij nog drie andere operalibretti: voor La Navarraise, Sapho en voor Don Quichotte.
____________
Afbeeldingen

1. Poster van Opera Zuid voor Cendrillon.
2. Sprookje in beeld. Michail Vroebel: De Zwanenprinses, 1900. Olieverf op doek, 142,5 x 93,5 cm. Tretjakovskaja Galereja, Moskou. Tot 6 april te zien in het Groninger Museum.
3. Voorplat van de Cendrillon-boekversie uit 1957, samen met enkele andere sprookjes uit de verzameling Ma mère l'Oye, verschenen in de reeks Bibliothèque précieuse van Librairie Gründ te Parijs.
4. Kostuumtekening van Opera Zuid voor de uitvoering van Cendrillon.
5. Componist Jules Massenet, getekend door Jules-Clément Chaplain (1839-1909).
6. Buitenaanzicht van de in 2008 125 jaar bestaande Stadsschouwburg te Groningen.

Geen opmerkingen: