maandag 30 maart 2009

Martinu's Julietta — Leven tussen droom en werkelijkheid

Scurriel gebeuren
De (boek) handelaar Michel is vanuit Parijs naar een kleine kustplaats teruggekeerd, waar hij wordt geconfronteerd met zijn eigen herinneringen aan ene Julietta, wier stem hij ooit heeft gehoord zonder te weten wie zij was. Nu hij haar terugvindt, blijkt dat juist in die plaats iedereen alle herinneringen aan het verleden kwijt is. Daardoor twijfelt Michel wel aan haar reële bestaan en vraagt hij zich af of zij slechts bestaat in zijn geest.
Het geheel neemt ietwat scurriele vormen aan: op een gegeven moment heeft Michel deze Julietta in opdracht vermoord, waarna hij zich weer afvraagt of ze echt wel dood is. Hij slaagt er niet in zich te ontworstelen aan die wereld van onwerkelijkheid, met het gevolg dat hij binnen dat kader wordt veroordeeld tot levenslang in die 'droom'-wereld, die in wezen nogal nachtmerrie-achtig is.

Eigen libretto
Julietta is een opera in drie bedrijven, geschreven door de van oorsprong Tsjechische Bohuslav Martinu (1890-1959), op een libretto dat de componist zelf heeft gerealiseerd op basis van het toneelstuk Juliette, ou la clé des songes uit 1930 van Georges Neveux (1900-1982). martinu's oeuvre telt meer dan vierhonderd nummers, waarvan veertien opera's, die bijna geen van alle meer worden gespeeld. Het is dan ook des te verheugender dat op dinsdag 31 maart de Britse zender BBC Radio 3 in het programma Performance on 3 een uitvoering wordt uitgezonden van dit muziekdrama. Het BBC Symphony Orchestra wordt geleid door Jiri Belohlávek. De solisten en alle andere mensen van belang die aan deze productie hebben meegewerkt, zijn te vinden op het betreffende onderdeel van de BBC-webiste.
De uitzending begint om 19:30 uur onze tijd; het programma duurt in zijn geheel tot 22:15 uur, maar daar is nog een compositie van een andere muziekmeester toegevoegd nadat de opera de ether ingezonden is.
De eerste uitvoering van Julietta werd gegeven op 16 maart 1938 in Praag. Na de tweede wereldoorlog is het muziekdrama nog weer in enkele theaters te zien geweest.
De expressionistische en constructivistische stijlelementen die Martinu in de jaren dertig van de vorige eeuw meer en meer heeft ontwikkeld, passen vanzelfsprekend zeer goed binnen die wat onwerkelijke sfeer van het verhaal.
__________
Afbeelding: Portret van Bohuslav Martinu.

vrijdag 27 maart 2009

Tal van muziekdrama's op zaterdagavond in de ether

Vijf opera's uit een periode van één eeuw
Ten minste op vier radiozenders en via één televisiegemachtigde wordt er zaterdag 28 maart — 's avonds tussen 18:00 uur onze tijd en zo ongeveer half één in de nacht op zondag de 29ste — opera gepresenteerd: variërend van Così fan tutte uit 1790 van Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) op Radio 4, vanaf 19:02 uur, in een voorstelling van de Nederlandse Opera, tot en met Werther uit 1892 van Jules Massenet (1842-1912), naar de roman Die Leiden des jungen Werthers uit 1774 van Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832). Meer daarover in een artikel op de fin de siècle site All art is quite useless van Rond1900.nl.
Daartussen wordt het eerste deel van Ring des Nibelungen van Richard Wagner (1813-1883) Das Rheingold (1869) via BBC Radio 3 gepresenteerd vanaf 18:00 uur, in een rechtstreekse verbinding met de New Yorkse Metropolitan Opera, waar dit werk terzelfdertijd als middagvoorstelling wordt gepresenteerd. Mezzo-televisie rondt, vanaf 20:00 uur, deze Ring des Nibelungen, na de drie eerdere delen, af met Götterdämmerung (1876). Tot slot, voorzover dat de aanvangstijden betreft, vergast Klara, de Nederlandstalige Belgische radiozender, de toehoorders vanaf 20:00 uur op het stuk muziektheater met de titel Mazeppa uit 1884, gebaseerd op het gedicht Poltawa uit 1829 van Aleksandr Poesjkin (1799-1837).
__________
Afbeelding: Johann Wolfgang von Goethe als jongeman.

woensdag 25 maart 2009

Beethovens Fidelio opnieuw bij de Nationale Reisopera

Herhaling
Op zaterdag 28 maart zal in het Nationaal Muziekkwartier te Enschede de première worden gegeven van een nieuwe reeks voorstellingen van de opera Fidelio (oder Die eheliche Treue) van Ludwig van Beethoven (1770-1827). Het is de herhaling van een productie, die in 2002 tot stand is gekomen onder verantwoordelijkheid van Monique Wagemakers, die zo succesvol is geweest dat de Nationale Reisopera heeft besloten er nogmaals mee door het land te trekken. Met dit verschil dat er een geheel nieuwe bezetting van de rollen zal worden gerealiseerd. Na de eerste voorstelling van aanstaande zaterdag zal er op de laatste dag van maart nog een voorstelling worden gegeven, te Maastricht. In de maand april worden er nog elf voorstellingen gegeven, verspreid over negen provincies van ons land.
De exacte data en in welke theaters dan zal worden opgetreden, is te vinden op het bewuste deel van de website van de Nationale Reisopera. Datzelfde geldt voor de cast — solisten en de leden van het 'creative team'— die zullen worden ondersteund door het Koor van de Nationale Reisopera en worden begeleid door het Noord Nederlands Orkest. Dirigent is Patrick Devin.


Achtergronden
Fidelio oder Die eheliche Treue is een muziekdrama in drie bedrijven naar een tekst van Joseph Sonnleithner (1766-1835), die als basis een libretto heeft gekozen van Jean-Nicolas Bouilly (1763-1842) voor Léonore ou L'amour conjugal uit 1798 van de Franse componist en zanger Pierre Gaveau (1760-1825), die de rol van Florestan in zijn eigen opera zong. Dat libretto van Bouilly werd overigens in dezelfde periode — de jaren 1804 en 1805 — door twee andere componisten gebruikt.
De première van Fidelio — met de tweede Leonore-ouverture — werd op 20 november 1805 gerealiseerd met de componist als dirigent in het Theater an der Wien. Er zouden nog diverse veranderingen worden aangebracht, waarna Fidelio ook steeds opnieuw in première ging in een andere ambiance en met de eerste keer een andere dirigent, maar tijdens de eerste voorstelling van de definitieve versie van de Duitse librettist Georg Friedrich Treitschke (1776-1842) sloeg de componist opnieuw de maat; bij die gelegenheid werd de ouverture Die Ruinen von Athen gespeeld. Vanaf de tweede voorstelling werd deze muzikale introductie echter vervangen door de Fidelio-ouverture.
(wordt vervolgd)
____________
Afbeeldingen
1. Ludwig van Beethoven in 1804.
2. Theater an der Wien.
3. Librettist, vertaler en vlinderkundige Georg Friedrich Treitschke.

zondag 22 maart 2009

Bizets La jolie fille de Perth zondag op Radio WDR 3

Novelle van Walter Scott als basis
In het programma Bühne: Radio van de Duitse zender WDR 3 zal op zondag 22 maart, tussen 20:05 en 23:05 uur de opera La jolie fille de Perth worden gepresenteerd, onder muzikale leiding van een 'oude rot' in het operavak: Georges Prêtre (geboren in 1924), die goed een halve eeuw geleden al als dirigent optrad tijdens concerten van Maria Callas. Voor deze gelegenheid dirigeert hij Koren en Orkest van de ORTF [1] en het Nouvel Orchestre Philharmonique.
Het muziekdrama La jolie fille de Perth werd gecomponeerd door Georges Bizet (1838-1875) op een libretto van Jules-Henry Vernoy de Saint-Georges en Jules Adenis, die als uitgangspunt de novelle The fair maid of Perth uit 1832, geschreven door Walter Scott (1771-1832) hebben genomen.
De première van dit werk van het overkoepelende genre muziektheater werd in parijs gegeven op tweede kerstdag, 26 december, 1867. Zestien jaar later werd in Weimar voor het eerst een Duitse versie van deze opera gepresenteerd.

De geschiedenis
De smid Henry Smith — nomen est omen, zullen we maar zeggen — en Catherine Glover houden van elkaar, maar Henry vermoedt dat Catherine een nacht heeft doorgebracht op het kasteel van de hertog van Rothsay, en daarom beschuldigt hij haar publiekelijk van ontrouw. Doch alles wordt opgehelderd als eenmaal blijkt dat de zigeunerin Mab — die een eertijdse geliefde van de hertog is — zich had voorgenomen deze edelman opnieuw voor zich te winnen en zich daarom had verkleed en op het eerste gezicht Catherine leek.
___________
[1] ORTF: Office de Radiodiffusion Télévision Française.
____________
Afbeeldingen
1. De componist Georges Bizet op een gedenkpostzegel van 1975.
2. De auteur Walter Scott in 1822, geschilderd door Henry Raeburn (1756-1823).

vrijdag 20 maart 2009

La Somnambula van Vincenzo Bellini zaterdag in de ether

Op drie radiozenders
In het radioprogamma van de Britse zender Opera on 3: Live from the Met wordt aanstaande zaterdag, vanaf 18:02 uur, het drie uur durende muziekdrama La Somnambula uitgezonden; om 19:02 uur volgt de Nederlandse klassieke muziekzender Radio 4 en vanaf 20:00 uur doet het operaprogramma Scala van de Nederlandstalige Belgische radiozender Klara mee.

Koor en orkest van de Metropolitan Opera worden geleid door Evelino Pidò. De voornaamste solistische partijen zullen worden vertolkt door de sopraan Natalie Dessay en de tenor Juan Diego Florez. Meer gegevens zijn, zoals gebruikelijk, te vinden op het betreffende onderdeel van de website van het bewuste BBC-programma.

Achtergronden

La Somnambula De Slaapwandelaarster — is een muziekdrama in twee bedrijven van Vincenzo Bellini (1801-1835) op een libretto van Felice Romani (1788-1865) [1]. De eerste uitvoering werd gegeven op 6 maar 1831 in de Milanese Scala. Drie jaar later werden er in Dresden en Wenen uitvoeringen in het Duits gerealiseerd, en twee jaar daarna weer een andere Duitse versie in Berlijn. Alweer ruim een halve eeuw geleden heeft Luchino Visconti (1906-1976) aan de Scala van Milaan een onvergetelijke versie gecreëerd met Maria Callas (1923-1977) in de hoofdrol.
De handeling speelt zich aan het begin van de negentiende eeuw af in een Zwitsers dorp. De wees Amina is daar de geliefde van de jonge grondbezitter Elvino. Een eenvoudige basis, waar men in de opera bijna nooit genoegen mee neemt, en daarom is er tegelijkertijd een andere vrouw in het spel: Lisa de eigenares van de dorpsherberg, die op haar beurt verliefd is op die Elvino. Die is echter jaloers, aangezien Graaf Rodolfo — die naar de plek van zijn jeugd is teruggekeerd — zijn intrek heeft genomen in de herberg. Die jaloezie zal echter niet ongegrond blijken: op een nacht wordt Amina in Rodolfo's kamer aangetroffen. Maar de graaf slaagt erin het misverstand uit de wereld te helpen door aan te tonen dat Amina zich in een toestand van slaapwandelen bevindt.
En daar hebben ze dan met z'n allen toch maar mooi drie uur voor nodig op de planken die de wereld moeten verbeelden.
__________
[1] Felice Romani was afkomstig uit Genua, ging rechten studeren, maar vestigde zich in 1810 als onafhankelijk schrijver in Milaan. Het duurde niet lang voordat hij zich een positie had weten te verwerven als zeer gezochte librettist.
____________
Afbeeldingen
1. Natalie Dessay en Juan Diego Florez in de New Yorkse versie van Bellini's opera La Somnambula.
2. Componist Vincenzo Bellini, die nog jonger is overleden dan Mozart.

woensdag 18 maart 2009

Pastiche-opera van onder meer Händel op BBC Radio 3

Coproductie
Niet alleen, maar wel heel duidelijk, laat BBC Radio 3 ons merken dat 2009 het Händel-jaar is. Dat wordt mede gemanifesteerd in de uitzending van tal van opera's van Georg Friedrich Händel (1685-1759), waaronder diverse die we zelden te horen krijgen, en die zullen na het Händel-jaar ook wel weer vooral als muzikale muurbloempjes dienst dien.
In het muziekprogramma Afternoon on 3 wordt tijdens de aflevering Händel operas 2009 op donderdag 19 maart — tussen 15:00 uur en 18:00 uur — een uitvoering gerealiseerd van de opera Muzio Scevola die als pasticcio geldt. Händel heeft hiervan het laatste bedrijf van de drie geschreven, het eerste is van de hand van Filippo Amadei (ca. 1665-ca. 1725) die naast componist ook eerste cellist van het opera-orkest was, het tweede stamt uit de pen van Giovanni Bononcini (1670-1747). Het ontstaan van dit specifieke werk heeft een geheel egen geschiedenis. Dat opera-theater had drie eigen componisten, waarvan men aannam dat vooral Bonincini en Händel elkaar niet verdroegen. En die door het publiek volstrekt overdreven vete zorgde ervoor dat het publiek in twee kampen verdeeld raakte, waarvan de éne groep meende dat meneer Händel heel ver in de schaduw van Bonincino bleef, en de andere groep de stellige overtuiging was toegedaan dat Bonincini zelfs niet goed genoeg was om Händel zelfs maar tijdens het componeren bij te lichten.
De Academy kwam zoiets wel van pas, aangezien het de belangstelling voor opera levendig hield. Daarom werd besloten dat de drie huiscomponisten hun krachten maar eens moesten meten met hetzelfde werk. Dat werd een ongelijke strijd doordat Händel nu eenmaal altijd op een veel hoger plan componeerde. Het bleek alleen al uit de ouverture die laatstgenoemde had geschreven.
Het publiek was kennelijk ingenomen met deze coproductie, aangezien er tot aan het einde van het seizoen elf uitvoeringen werden gegeven.
Er bestaat literatuur waarin deze opera uitsluitend aan Händel wordt toegeschreven, maar in de onlangs verschenen nieuwe, Duitse biografie door Franz Binder staan met betrekking tot dit stuk muziektheater de juiste feiten vermeld. Waarschijnlijk wordt het stuk in de huidige tijd niet als een volwaardige opera beschouwd — en al zeker niet in combinatie met de naast Papa Bach (1685-1750) belangrijkste barokcomponist uit de geschiedenis — aangezien in vrijwel geen enkel naslagwerk over het genre een beschrijving staat of zelfs maar een vermelding in de opsomming van alle werken voor het muziektheater.
Rolf Faths Opernlexikon daarentegen vermeldt de opera wel, noemt ook twee andere namen naast Händel, maar bij hem staat als schepper van de eerste akte Filippo Mattei in plaats van Amadei — iets dat andere lexicografen eveneens hebben gedaan. Voorts noemt hij de librettist, Paolo Antonio Rolli (1687-1765), alsmede plaats en datum van de première: Londen, 26 april 1721. Binder noemt daarvoor echter de vijftiende van diezelfde maand. Rolli heeft als uitgangspunt een verhaal van Silvio Stampiglia genomen. Over die laatste schrijver is relatief weinig bekend, en hij komt niet alleen niet voor op een informatiebron als Wikipedia, maar hij komt evenmin voor in het register van de opgemelde, hiernaast afgebeelde biografie door Franz Binder. In Richard Streatfeilds Händel-boek, uitgegeven door de Princeton University in 1964 zoeken we deze schrijver eveneens tevergeefs. De grote, inmiddels klassieke, Händel-autoriteit — de in 1926 geboren musicoloog Howard Chandler Robbins Landon — noemt deze daarentegen wel.
___________
Franz Binder: Georg Friedrich Händel — Sein Leben und seine Zeit. 238 pag. en foto-katern op kunstdruk; paperback in de reeks dtv premium Biografie. Deutscher Taschenbuch Verlag, München, februari 2009. ISBN 978-3-423-24710-8.
____________
Afbeeldingen
1. Georg Friedrich Händel in 1733, geschilderd door Balthasar Denner (1685-1749).
2. Voorplat van de in februari verschenen Händel-biografe van Franz Binder.

zaterdag 14 maart 2009

Dvořáks Rusalka rechtstreeks vanuit Metropolitan Opera

Literaire achtergronden
Op in ieder geval drie radiozenders wordt zaterdag 14 maart 's avonds een open verbinding gerealiseerd met The Metropolitan Opera van New York, waar als matinee — als gevolg van de verschillende tijdzones is het daar dan immers middag — de opera Rusalka van Antonín Dvořák (1841-1904) zal worden uitgevoerd. Dit muziekdrama in drie bedrijven is gecomponeerd op een libretto van Jaroslav Kvapil (1868-1950), die toen chefregisseur van het Prager National Theater was, alwaar Rusalka op 31 maart 1901 in première is gegaan.
De librettist heeft zich gebaseerd op drie verschillende bronnen: als eerste het verhaal over Undine van Friedrich de la Motte-Fouqué (1777-1843), op Die Meerjungfrau van Hans Christian Andersen (1805-1875) en verder op de Franse Melusine-sage.

Synopsis
De waternimf Rusalka verlangt er hevig naar in mensengedaante verder te kunnen leven. Van de waterman krijgt ze derhalve het advies, een bezoek te brengen aan de heks Jezibaba. Deze verleent haar de menselijke gedaante, maar vertelt haar daarbij dat ze op een gegeven moment stom zal blijven en dat het eveneens zal gebeuren dat haar geliefde, voor het geval hij haar ooit verlaat, met haar naar de diepte van de zee zal worden getrokken.
Tijdens een jachtpartij komt de prins, op wie Rusalka inmiddels verliefd geraakt is, in haar buurt en raakt op slag verliefd op haar, waarna hij haar meeneemt naar zijn slot. Nadat een vreemde vorstin ten tonele verschijnt, wendt de prins zich van Rusalka af en laat hij haar vervolgens in de steek. De waterman ontfermt zich over de waternimf, die daarna als dwaallicht rond het meer zwerft. Door een intens verlangen gedreven verschijnt de prins toch weer bij het meer, en werpt hij zich — ondanks haar nadrukkelijke waarschuwing — in haar armen, waarna hij samen met haar in de diepte verdwijnt.

Uitzending(en)
Om 18:00 uur begint de uitzending Opera on 3: Live from the Met van BBC Radio 3, vijf minuten later schakelt de Duitse radiozender WDR 3 eveneens over naar New York, en om 19:02 uur volgt onze eigen Radio 4. Dat betekent dat er op de beide eerstgenoemde zenders een voorprogramma wordt gepresenteerd, of dat Radio 4 via een uitgesteld relais de voorstelling presenteert.
Koor en orkest van het Metropolitan Opera House worden geleid door Jiri Belohlavek. De sopraan Renee Fleming is de waternimf Rusalka. Nadere gegevens over de rollen en hun uitvoerenden en de namen van alle vooraanstaande betrokkenen zijn, zoals gebruikelijk, te vinden op het betreffende onderdeel van de website van BBC Radio 3.
____________
Afbeeldingen
1. De componist Antonín Dvořák.
2. Voorzijde van het New Yorkse Metropolitan Opera House.

donderdag 12 maart 2009

Rimski-Korsakovs Tsaar Saltan na vandaag nog negen keer bij Opera Zuid

Verhaal van Aleksandr Poesjkin
Op 3 november van het jaar 1900 werd in de Moskouse
Momontov-Opera de première gegeven van het muziekdrama Het sprookje van Tsaar Saltan, gecomponeerd door Nikolaj Rimski-Korsakov (1844-1908) op een libretto van Vladimir Belski (1866-1946). Deze heeft als uitgangspunt het sprookje van Aleksandr Poesjkin (1799-1837) genomen. Daarin kunnen we lezen hoe Tsaar Saltan — als gevolg van een kwaadaardige intrige van de beide zusters van de tsarina — zijn echtgenote Militrissa en hun beider zoon, de tsarjevitsj, heeft verstoten. Jaren later redt de zoon van de tsaar, Gvidon, een zwaan het leven. Het dier toont zijn dankbaarheid door Gvidon een stad en een aantal soldaten ten geschenke te geven, om zich vervolgens te ontpoppen als de schone zwanen-tsarevna. Als de tsaar van het eilandrijk Boejan hoort — waar de twee genoemden inmiddels een gelukkig bestaan hebben opgebouwd — erkent hij zijn zoon en vindt hij warempel ook nog de tsarina Militrissa weer. In 1928 is een Duitse versie van deze opera in Aken voor het eerst opgevoerd. Bijna een halve eeuw, in 1977 later werd er in Dresden een nieuwe versie, in de vertaling van Harry Kupfer, te Dresden gepresenteerd.


Versie van Opera Zuid

Op 6 maart is in het Theater aan het Vrijthof in Maastricht de première gegeven van een nieuwe versie van deze opera, en sedertdien zijn er nog twee voorstellingen gegeven.
Heden is de voorstelling te zien in Venlo en daarna zal het gezelschap nog acht andere steden in het zuidelijke deel van ons land aandoen. In welke theaters deze opera na vandaag, tot en met 2 april aanstaande, nog te zien is, kunt u vinden op de website van Opera Zuid. Hetzelfde geldt voor de uitvoerenden en een wat langere inleidende tekst met meer achtergronden van het verhaal.
__________
Foto:
Scène uit de voorstelling van Het sprookje van Tsaar Saltan door Opera Zuid. (Van 12 maart tot en met 2 april in nog negen Nederlandse theaters.)

dinsdag 10 maart 2009

Giacomo Puccini — een muzikale magiër van de hartstocht

Variatie in stemmen
Als de dinsdagavond van 10 maart overgaat in de nacht op de elfde dag van diezelfde maand — en dan is het eigenlijk dus al woensdag — presenteert de Westdeutsche Rundfunk (WDR) een portret van de Italiaanse componist Giacomo Puccini (1858-1924). Deze heeft zijn bekendheid vooral te danken aan dat onderdeel van zijn oeuvre waarin de passie via uitzonderlijke zangkunst en — niet zelden zwijmelende — orkestbegeleiding, kortom, aan het fenomeen opera.
Om een zo goed mogelijk beeld te schetsen van deze vrouwenversierder en muziekmeester — hij componeerde nog andere werken, al zijn die van lieverlee naar het tweede of nog lager ingeschaalde plan verschoven als gevolg van de dominantie van het letterlijk en figuurlijk theatrale in zijn oeuvre — komen kenners uit diverse geledingen van het cultuurleven aan het woord. Als eerste Simonetta Puccini — kleindochter van de componist —, dirigent Riccardo Chailly, Puccini-biograaf Dieter Schickling en de romanschrijver Helmut Krausser.