donderdag 1 januari 2009

Eerste zaterdag van 2009 met 's avonds drie klassiekers

Puccini: La Bohème
In het programma Opera on 3 — Live from the Met wordt zaterdag 3 januari door BBC Radio 3 een rechtstreekse uitzending verzorgd van de Matinee in de New Yorkse Metropolitan Opera van het muzikale melodrama La Bohème van Giacomo Puccini. Dit programma begint om 19:00 uur en zal tot ongeveer 22:15 uur duren.
Meer daarover kunt u lezen in het artikel dat ik heden op de fin de siècle-website All art is quite useless van Rond1900.nl heb gepubliceerd.

Verdi: Don Carlos
Twee minuten nadat de voorbereidingen tot de intense tragedie rond protagoniste Mimi in Puccini's La Bohème op BBC Radio 3 hun loop nemen, gaan op de Nederlandse zender Radio 4 de lijnen open naar het Italiaanse Milaan waar in het operahuis La Scala op 10 januari 1884 Verdi's tweede en definitieve versie van het geniale muziekdrama Don Carlos in première is gegaan. Ter viering van het 125-jarig bestaan van dit werk wordt het die avond aldaar opnieuw uitgevoerd met een sterbezetting.
Daarover kunt u eveneens een bijdrage lezen, die ik heden op de bovengenoemde site heb afgedrukt.

Glinka: Roeslan en Ljoedmila
Terwijl de beide bovengenoemde tragedies op de verschillende radiozenders nog hun loop nemen, start om 20:30 uur de muziekzender Mezzo met een verfilmde versie van het muziekdrama Roeslan en Ljoedmila uit 1842 van de Russische componist Michail Glinka (1804-1857).
glinka-rjepin.jpgHoewel een sprookje niet direct de aangewezen literaire basis vormt voor een uiting van podiumkunst, zijn er toch diverse componisten geïnspireerd geraakt door deze uiting van dichterlijk vermogen. Zo zijn er in de negentiende eeuw enkele musici geweest, die Roeslan en Ljoedmila van Aleksandr Poesjkin (1799-1837) als uitgangspunt voor een compositie hebben gekozen.
Reeds in 1821 heeft de thans geheel vergeten componist Scholz een ballet op dit thema geschreven, en heeft Nikolaj Rimski-Korsakov (1844-1908) zijn Skazka voltooid, hetwelk eveneens is gebaseerd op de proloog van datzelde stuk.
Tussen 1840 en 1842 werkte Michail Glinka (1804-1857) aan zijn vierde opera, die eveneens is gebaseerd op Poesjkins verhaal. Hij had aanvankelijk nog de hoop gekoesterd dat de auteur zelf het libretto zou willen schrijven, maar dat bleek al spoedig een onmogelijkeid doordat Aleksandr Poesjkin in 1837 aan de verwondingen overleed, die hij tijdens een duel had opgelopen. Daarom toog Glinka zelf aan het werk, waarbij hij maar liefst door vijf schrijvers werd ondersteund.

Eerste uitvoering
De première was op 9 december 1842, en werd een enorme mislukking, mede als gevolg van ziekte en onderlinge ruzies tussen de solisten. Na drie uitvoeringen werd dat echter toch anders, en zou het, mede door toedoen van Franz Liszt (1811-1886) die toen in Rusland verbleef [1] zou het werk zelfs een ware zegetocht beschoren zijn in de rest van Europa. De ouverture van deze opera is één der oudste voorbeelden van romantische Russische muziek, die repertoire heeft weten te houden. In tegenstelling tot menig ander werk van Glinka wordt deze ouverture niet gekenmerkt door nationale of nationalistische elementen. Het is een opvallend stuk opgewekte, levendige muziek.
poesjkin-standbeeld.jpg
De ouverture
Na een fortissimo-inzet van het gehele orkest volgt het melodieuze eerste thema in violen, alten en fluiten, waarna het geheel opgewekt verder ‘loopt’. Dan klinkt het tweede thema: een aangename melodie in alten, celli en fagot, met begeleiding van de overige strijkers. Na de gebruikelijke uitwerking met herhalingen in diverse groepen van instrumenten volgt de coda. Deze begint met het hoofdthema, eerst in de violen, dan in de lagere stijkers en fagotten. Violen en houtblazers voeren het naar een wilde climax, waarna de ouverture besluit met een feestelijk ritme, dat reeds in de inzet werd voorgesteld.
____________

[1] Zie daartoe mijn artikel De andere Franz Liszt Pianopedagoog en orgelcomponist, verschenen op dinsdag 7 augustus 2007 op de website van Mens en melodie.
___________
Afbeeldingen

1. Henri Murger(1822-1861), de schrijver van de oorspronkelijke roman Scènes de la vie de bohème (1849).
2. François Joseph Méry (ca. 1798-1865), librettist van Don Carlos.
3. Michail Glinka, geschilderd door llja Rjèpin (1844-1930).
4. Poesjkin-standbeeld in Sint Petersburg.


Geen opmerkingen: