donderdag 5 juni 2008
Die Zauberflöte van Mozart door de Nationale Reisopera als laatste seizoen-productie in dertien Nederlandse steden
Nog negen voorstellingen in acht steden
Met veertien optredens in dertien steden — waarvan er, sedert de première op 25 mei tijdens een middagvoorstelling te Almere, inmiddels alweer vier voorstellingen zijn gegeven — sluit de Nationale Reisopera het lopende seizoen, 2007/2008, af met één der meest geliefde opera's, die inmiddels ruim twee eeuwen over de gehele wereld wordt gespeeld in alle theaters waar men op de bühne een dergelijke voorstelling kan opvoeren. De acht steden, die nu nog aan de beurt zijn, kunt u, met de betreffende theaters en de aanvangstijden vinden in de Speellijst van het gezelschap. Dat geldt eveneens voor de opsomming van alle medewerkenden: deze staan alle(n) vermeld in het onderdeel Bezetting. [1]
Toverfluit
Mozarts muziektheatrale zwanenzang, gerealiseerd op tekst van Emanuel Schikaneder (1751-1812) [2], werd ruim twee maanden voor zijn overlijden — op 6 december 1791 — eind september voor de eerste keer opgevoerd in het Weense Theater im Freihaus auf der Wieden.
Daarna heeft het maatschappelijk-filosofische werk — dat niet zelden als Vrijmetselaarsopera wordt gekwalificeerd — een zegetocht over de gehele aarde kunnen inzetten, en wellicht maken de jongsten onder ons nog mee dat deze muziek op andere planeten in het melkwegstelsel zullen klinken.
Drie 'gezelschapsdames' van de Koningin van de Nacht — twee sopranen en één alt — redden Prins Tamino — een rol die door een tenorstem moet worden gezongen — voor een stuk ingedierte dat hem bedreigt. Soms is dat een slang, dan weer wordt er een, niet zelden komisch werkende, draak (al dan niet met zeven koppen) ten tonele gevoerd. Nadat ze deze taak hebben volbracht, geven ze de jongeman een afbeelding van Pamina, de dochter van de Koningin van de Nacht. Deze komt hoogstpersoonlijk opdraven om die jonge prins de opdracht te verstrekken deze dochter uit de macht van de Grote Tovenaar Sarastro te bevrijden. Om gevaren van hem af te wenden, wordt hem een toverfluit beschikbaar gesteld, alsmede een gezel in de persoon van de 'vogelmens' Papageno (bariton), die een glockenspiel als muzikale ondersteuning meedraagt.
Drie knapen wijzen de weg, die ze moeten volgen om bij Pamina te geraken. Eenmaal ter plekke vertelt Pagageno aan Pamina (sopraan), die door Papageno op de hoogte wordt gebracht van de naderende Tamino. Doch deze ontmoet haar niet direct, maar wordt eerst naar de wijtempel geleid, waar hij wordt geïnformeerd over enkele feiten: Sarastro is niets anders dan een verkondiger van waarheden. Bovendien is de man (vertolkt door een bas) toleranter dan menig ander leider van welke groepering dan ook, aangezien hij Pamina onmiddellijk vergiffenis schenkt voor het feit dat ze uit zijn rijk wenste te vluchten, als gevolg van onbetamelijkheden door de 'Moor' Monostatos, die zich in het verhaal eveneens moet uiten via een tenorstem.
Samen met Tamino wordt zij door Sarastro begeleid naar de tempel der beproevingen, alwaar de beiden hun bekwaamheden in het weerstaan van diverse verleidingen moeten bewijzen. Tamino laat zien dat hij kan zwijgen waar dat vereist is en Pamina slaagt erin toe te geven aan de door haar moeder geopperde wraakoefeningen. In de tempel waar voor wraak geen plaats is ingeruimd — In diesen heil'gen Hallen kennt man die Rache nicht, zingt de Grootmeester van de Orde hoogstpersoonlijk — schrijden de beide jonge mensen gezamenlijk door vuur èn door water naar de Tempel van Isis, alwaar ze door Sarastro in de kring van ingewijden worden opgenomen.
Het zal niemand dergenen die de vogelmens en superpraatjesmaker Papageno enige minuten heeft meegemaakt, verbazen dat deze voor het tempelexamen eenvoudigweg niet kan slagen. Maar omdat hij geen kwaad wezen is, en in zo'n geval het goede altijd moet zegevieren, krijgt hij toch een wederhelft toegewezen, die de voor hem gemakkelijk te onthouden naam Pagagena.
[1] In het tekstboekje was een klein inlegvel toegevoegd met de volgende mededeling:
"Aan deze productie van Die Zaberflöte werkten verder mee:
Jan Paul Grijpink, bespeler klokkenspel
Jacqueline de Maat, vervaardiging poppen
[2] Emanuel Schikaneder is niet alleen tot nog toe onsterfelijk gebleven door zijn libretto voor deze Mozart-opera; hij was tevens impresario, dramaturg, acteur en zanger, voorts was hij de degene die ervoor heeft gezorg dat het Theater an der Wien werd gerealiseerd. Dit gebouw hebben we in kleur afgebeeld in een artikel dat we op 28 mei over het Groninger Mozart Ensemble op deze zelfde cultuurwebsite hebben gepubliceerd.
____________
Afbeeldingen
1. In de wijtempel van Isis: links Pamina, rechts de Grootmeester-Tovenaar Sarastro. (Foto: Marco Borggreve.)
2. Emanuel Schikaneder.
3. Scènefoto uit de DNR-versie van Mozarts opera Die Zauberflöte als laatste productie van het seizoen 2007/2008. (Foto: Marco Borggreve.)
4. De drie knapen als marionetten met hun spelers en een cameraman. Die laatste neemt op hoe oer altijd toch weer door andere machten aan (de) touwtjes wordt getrokken, ook en vooral als de mens gelooft geheel zelf te kunnen beschikken. (Foto: Marco Borggreve.)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten